vrijdag 21 oktober 2016

De Bilt

Vanaf Wenen rijden we in twee dagen terug naar De Bilt. Het weer is niet al te best, regen en in de ochtend ook mist.
We overnachten in Fulda in Hessen, op een rustige camperplaats waar nog twee andere gasten zijn. Hier zijn geen voorzieningen, behalve stroom. Elders in Fulda is nog een camperplaats waar wel alles is.

Qua afstand is Fulda een prima eerste of laatste stop in Duitsland, ook stadje en omgeving zien er aardig uit. Wellicht een langer bezoek waard als we er nog een keer komen.

Met deze etappe zit ons rondje Europa er weer op. We hebben 4.406km gereden langs 14 stopplaatsen, zie het kaartje.


woensdag 19 oktober 2016

Wenen

Ook vandaaag grijs en nat weer in Wenen. We gaan naar de stad, de metro is comfortabel dichtbij, met als eerste doel de Josefsplatz waar de ingang naar de pronkzaal van de Oostenrijkse Nationale Bibliotheek is. In de pronkzaal is een exhibitie n.a.v. de 100-jarige sterfdatum van de Keizer Franz Joseph I -- "de eeuwige keizer" -- maar wij komen vooral voor de zaal zelf.






Wiener Melange en Apfelstrudel mit Vanillesauce  -- het zijn de klassiekers in Wenen, wij genieten er van op het verwarmde terras van Sacher.

Recht tegenover Sacher is de ingang van het Albertina. In dit museum zijn twee tentoonstellingen die we interessant genoeg vinden om te bezoeken.







De ene over het Pointillisme staat op de trap naar het Albertia al groot geadverteerd. De andere is vandaag voor het eerst open en betreft de ontwikkeling van de kleuren-houtsnede aan het begin van de 20e eeuw zoals die in Wenen heeft plaatsgevonden bij kunstenaars die "kunst voor allen" wilden maken.

De tentoonstelling "Seurat, Signac, Van Gogh -- Ways of Pointillism" is behoorlijk educatief van aard, waarbij de getoonde werken op zich topstukken zijn (althans sommige) en tegelijk goed passen in de geschetste lijn van ontwikkeling. Bij binnenkomst wordt het pointillisme als een reactie op het impressionisme neergezet. Als je het pointillisme alleen ziet als een techniek -- het zetten van al die puntjes zogezegd -- dan is dat een wat manke vergelijking, maar eigenlijk meteen wordt duidelijk dat het gaat om de andere beschouwingswijze, de discipline op het gebied van geometrische ordening en vooral bij Seurat de theorie over het neerzetten van kleuren (het divisionisme, kleurdeling).


Een aantal van de getoonde werken hadden we eerder gezien, bijv. in het Gemeentemuseum Den Haag of in het Kröller-Müller, maar een aantal beslist niet. Juist die laten zien dat de techniek van de puntjes maar een uitvoeringsmodaliteit is.


Ook interessant is dat je heel goed de ontwikkeling in de tijd kunt zien. Van een "school" binnen het impressionisme met strakke opvattingen, voortrekkersgroepen (bijv. Les Vingt) en volgelingen van mindere kwaliteit naar lossere ideeën, vormexperimenten naar een volgende fase met kunstenaars die gek of briljant genoeg (of beide) zijn om geheel eigen wegen in te slaan. De expositie heeft voorbeelden van Klee, Van Gogh en Mondriaan om dit te laten zien.

Van een geheel andere orde is de expositie over de kleurenhoutsnedes, waarbij je de maatschappelijke opvatting dat kunst voor iedereen moet zijn, dus reproduceerbaar, ook terugziet in de artistieke visie: de voorstellingen zijn mooi, harmonieus, geruststellend en weinig of niet confronterend. Dat paste ook goed in de Art Nouveau periode rond 1900. Wij vinden het ook nu nog mooi.



Aan het einde van de middag lopen we naar Steven en Margot. We brengen een genoeglijke avond met ze door, en eten in een soort van huiskamer-restaurant in de buurt, Restaurant 1070, waar geen kaart is omdat de kok maakt waar hij zin in heeft en wat voorhanden is. Er wordt alleen gevraagd of er dingen zijn die je niet wilt eten, daar wordt dan rekening mee gehouden. Uit reacties op diverse site kun je afleiden dat het concept "verrassingsmenu" in Oostenrijk niet erg bekend is -- dat verbaast ons niet heel erg. We eten in elk geval lekker in een prettige, naar Oostenrijkse normen, informele omgeving. De nieuwe knie van Steven lijkt goed gelukt te zijn, hij loopt in elk geval zelf naar en van de metro (de komende maanden nog met krukken, dat wel).

dinsdag 18 oktober 2016

Wenen

We  vermoeden prachtige herfstkleuren op de helingen van Graz naar Wenen maar we zien er bar weinig van, want het is mistig en het miezert. En het is koud. Over de rit zelf is niet veel bijzonders te melden. 

We gaan weer over een weg waar tol geheven wordt, in de vorm van kilometer-eenheden die aftikken van een tegoed. We hadden er al eerder een kastje voor moeten aanschaffen. Iedere registratie onder een elektronisch poortje wordt met een bliep gemeld. Halverwege het traject worden het opeens twee bliepjes, teken dat het saldo op begint te raken. Bij elk benzinestation kun je het saldo laten bijladen. Voor ons de eerste keer maar het bleek simpel. Kastje op een soort kaartlezer leggen, saldo wordt uitgelezen, je laat het verhogen met het bedrag dat je wilt, betaalt met je pin, nieuw saldo wordt weggeschreven, klaar. Het lijkt erop dat de eerste waarschuwing komt als er nog boven de 30 € saldo is, dus je hoeft ook niet meteen bij te laden.

In Wenen rijden we naar de Reisemobil Stellplatz aan de Perfektastrasse - het broertje van de Stellplatz in Graz. Zelfs de pincode voor het sanitair gebouw is gelijk. We betalen voor 2 nachten, veel langer zal het niet worden want bij dit donkergrijze weer zijn we liever thuis. Maar eerst Steven en Margot bezoeken en Steven moed inspreken voor het inwerken van zijn nieuwe knie. 

maandag 17 oktober 2016

Graz

Met bus 32 naar de Jakominiplatz in het centrum van Graz. Dat is ons vertrekpunt bij het verkennen van het oude centrum van Graz. De binnenstad staat op de werelderfgoedlijst (wat eigenlijk niet) en is volgens Wikipedia een grote middeleeuwse binnenstad.
Er is dan wel veel herbouwd en vervangen. Neem bijvoorbeeld het stadhuis. Het eerste stadhuis stamt uit 1450, al snel te klein werd het een eeuw later vervangen door een groter gebouw. Begin 19e eeuw is alles tegen de grond gegaan en is er een nieuw stadhuis gebouwd en tot het eind van de 19e eeuw nog uitgebreid, dat wat er nu staat. 19e eeuwser kan het niet, zou je zeggen.


Het stadhuis staat aan het belangrijkste plein van de stad, de Hauptplatz. Het plein zelf werd in 1160 al aangelegd als centrale marktplaats. Behalve het stadhuis staan er middeleeuwse tot laatgotische panden om heen. Sommige gevels hebben gestucte en beschilderde versieringen.


Het Landhaus geldt als een vroeg-renaissance gebouw in Steiermark (de deelstaat waar we ons bevinden). Het oudste deel is van begin 16e eeuw, en nog in de 16e eeuw voorzien van arcaden en balustrades. Tot in de 19e eeuw is er aan het gebouwencomplex veranderd en uitgebreid met wat dan neo-renaissancistische onderdelen zijn.



Aan de oever van de rivier Mur die door de stad stroomt bevindt zicht het Franziskanerkloster. Met de bouw werd in de 13e eeuw begonnen door de Minderbroeders. De dominante toren die tegen het klooster aan staat is oorspronkelijk niet gebouwd door de orde, een bedelorde immers, maar door het stadsbestuur.
We komen min of meer toevallig in de kloostergang en binnenhof van het klooster terecht, er is geen enkel naambord of aanduiding dat je er naar binnen kan of mag -- maar de deur werd voor ons opengehouden. Het is er verstild en extreem rustig.



Aan de andere kant van de oude stad staat de Domkerk, de kathedrale kerk van Graz. De kerk werd midden 15e eeuw gebouwd door Frederik III, op de plaats waar eerder een parochiekerk gewijd aan St Egidius stond. Daarna is er aan de buitenkant nog van alles aan kapellen bijgebouwd en aangepast.


Het interieur heeft, op de kapellen na, het laat-gotische karakter van een 'hallenkerk' behouden. In de 17e eeuw is de kerk officieel kathedraal geworden.
De meeste fresco's van de kerk zijn verloren gegaan, maar buiten in een zijmuur is nog een fresco te zien waarin de 3 ergste plagen worden uitgebeeld: pest, Turken en sprinkhanen. Ze troffen de stad in 1480.


Als je het uit lucht fotografeert (met dank aan Wikipedia) dan zie je dat naast de Dom het mausoleum staat dat keizer Ferdinand II begin 17e eeuw liet bouwen in combinatie met een kerk (de Katharinenkerk) -- dit is het deel waar de koepels op staan. Domkerk en mausoleum staan niet tegen elkaar (er zit een paar meter tussen).

Graz dankt zijn naam aan de burcht op de Schlossberg -- de eerste vesting op de toen nog kale berg werd in 1126 gebouwd en heet in het Sloveens 'gradec' (d.i. 'klein kasteel' -- Google Translate vertaalt gradec zelfs direct als Graz). De rots aan de Mur is 123 meter boven straatniveau en geldt als een van de sterkste vestigingen ter wereld.


Boven op de rots staat de 'Grazer Uhrturm'. Van oorsprong een wachttoren uit de 13 eeuw, maar sinds midden 16e eeuw een toren met vier grote wijzerplaten.



In de tweede wereldoorlog werd in de Schlossberg door dwangarbeiders een uitgebreid gangenstelsel aangelegd om schuilmogelijkheden te bieden tegen de bombardementen van de geallieerden. Dat systeem is, na herstel en restauratie, nog volledig in tact en is deels als toeristische attractie ingericht met o.a. een sprookjestrein. Bovendien is er een lift gemaakt die ons snel naar boven op de berg brengt. Uiteraard is het uitzicht vanaf hier spectaculair, al is het nevelig. Zo zie je dat er niet alleen een Altstadt is, maar dat er ook nieuwe gebouwen staan. Een ervan is het -- in onze ogen -- afschuwelijke Kunsthaus, het donkerblauwe gevaarte met puisten rechts op de foto. De architecten Peter Cook en Colin Fournier zochten het maximale visuele onderscheid met wat je verder in Graz ziet. Ze noemen het zelf een 'Friendly Alien'. Brrr.




zondag 16 oktober 2016

Graz

Prachtig weer vandaag. We verlaten Kroatië op weg naar Graz, onze laatste stop voor Wenen.
Van Duga Resa komen we via Karlovac weer op de A1 (en na Zagreb de A2).

De route loopt een kort stukje door Slovenië, bij de Kroatisch-Sloveense grens is paspoortcontrole -- nou ja, met ons NL kenteken is zwaaien met de paspoorten al genoeg.


De tolwegen in Kroatië zijn wat afrekenen betreft een kopie van die in Frankrijk, je trekt een kaartje en rekent af bij de gate waar je de tolweg verlaat met een creditcard (pin of handtekening niet vereist) bij een automaat of (meestal) een medewerker.

In Slovenië is het anders: net als in Zwitserland en Oostenrijk geldt hier voor personenauto's een vignet plicht. Wij zijn daarvoor eigenlijk te zwaar hoewel de mevrouw die ons helpt zegt dat elke camper een personenauto is. Wij kopen dus een vignet voor 7 dagen tegen 15 euro.
We hadden echter gelezen dat er in principe voor zwaarder verkeer dan 3,5 ton tolpoorten zijn waar je direct afrekent voor het te rijden stuk -- zijn ze er niet kun je doorrijden. Bij de grensovergang zijn die tolpoorten er niet -- wel een paar kilometer verder. We rijden er langs omdat we al een vignet op de voorruit hebben, maar mogelijk zijn we toch in overtreding. Op minstens 2  punten is een automatische controle met camera's, pas achteraf zullen we weten of we boete moeten betalen. Voor de volgende keer weten we nu hoe het moet -- daarom is het hier ook opgeschreven.

De grens van Slovenië naar Oostenrijk is een Schengen-grens, daar krijgen we helemaal geen controle.

In Graz vinden we Reisemobil Stellplatz Graz, het zusje van de Stellplatz in Wenen. We blijven er een paar dagen om Graz te bezoeken, de bushalte is op 600 meter.


zaterdag 15 oktober 2016

Duga Resa

Split is deze tocht ons verste punt. Het plan is veel kilometers te maken over de beste weg van Kroatië, de A1 die direct van Dubrovnik naar Zagreb loopt op korte afstand van Split.



Het weer is spectaculair bar en boos, zware regen en heftig onweer. De verslechtering had zich in Split al aangekondigd, met wind en golven op ons strandje en donkere wolken.

Op de onweer-radar kunnen we zien dat we een Kroatië-brede onweerzone onderdoor moeten.






Door het goede wegdek en het weinige verkeer hebben we toch een rustige en voorspoedige rit, met de nodige tunnels want we verplaatsen ons naar een gebied voorbij het Velebit gebergte.

We gaan naar een camperplaats in Duga Resa, in landelijk gebied aan een fraaie rivier, de Mreznica. We waren hier tweeëneenhalf jaar geleden ook. 

Op het allerlaatste stukje loopt het spaak: op 500 meter van onze bestemming is de spoorwegovergang waar we overheen moeten geheel afgesloten voor werkzaamheden die het hele weeken duren. Omdat we niet alleen het spoor over moeten maar ook de rivier die er naast loopt is het even zoeken naar de goede omweg. Uiteindelijk komen we net voor donker aan, voor 'Camp Slapic' is het duidelijk einde van het seizoen, er zijn nog 2 andere gasten. De Camp ziet er mooi herfstig uit en vooral leeg.




vrijdag 14 oktober 2016

Split

We zijn toch maar naar Split gegaan. Aanvankelijk hebben we niet veel trek in deze voor Kroatische begrippen grote stad (230.000 inwoners) met veel drukte door alle veerboten die aankomen en gaan en de grote toeristische druk op de kleine maar spectaculaire oude stad. Maar het weer is onverwacht prachtig en de camping in Stobrec aangenaam. We mogen weer vlak aan zee staan -- spannend want het waait hard.

We staan een kilometer of 9-10 van het oude centrum van Split en besluiten op de fiets te gaan. Achteraf is dat wat lichtzinnig bedacht. Hoewel we op zeeniveau beginnen en eindigen moeten er toch forse hoogteverschillen overwonnen worden. Split is totaal niet ingericht op fietsers (en zelfs niet op wandelaars), fietspaden ontbreken geheel en trottoirs op belangrijke stukken ook. Er rest ons weinig anders dan het drukke en hardrijdende autoverkeer te trotseren en gewoon op de rijbaan te gaan -- op de terugweg zelfs op de D8, een autosnelweg waar auto's 100 km/uur mogen rijden. In de omvangrijke (nieuwe) woonwijken tussen de oude stad en de camping zijn géén doorgaande routes, alles eindigt in woonerven die ook door auto's worden gedomineerd maar doodlopen.

De oude stad is zeer de moeite waard. De kern is het Paleis van Diocletianus, eigenlijk een ommuurde stad, -- gebouwd door de naamgever toen hij keizer van het Romeinse Rijk was (284-305). In het zuidwesten naast het paleis ligt het Brace Radicplein, met de opvallende Marinatoren -- het enige overgebleven deel van een kasteel dat de Venetianen in de 15e eeuw hadden neergezet toen ze de controle over (ook) Split overnamen.


De oude stad, d.i. het paleis van D. heeft 4 toegangspoorten. Binnen de muren is de Domniuskathedraal. De heilige Domnius (St Duje in het Kroatisch) werd in de 3e eeuw met vele andere christenen door Diocletianus vermoord. Gerechtigheid komt met de tijd. De huidige kathedraal was eerst het mausoleum voor Diocletianus. In de 7e eeuw werd het tot kathedraal gewijd en werd het lichaam van de dode keizer verwijderd en vervangen door de resten van de heilige.
De Domniuskathedraal is wereldwijd de oudste katholieke kathedraal die niet een keer is herbouwd. Het gebouw is vrijwel onveranderd gebleven, alleen is er in de 13e eeuw een klokketoren naast gezet en is een koor toegevoegd.



Binnen in de kathedraal is van alles te bewonderen, onder meer een opvallende houten betimmering en een zeshoekige preekstoel uit de 13e eeuw.






Vanzelfsprekend is deze oude stad UNESCO werelderfgoed. Maar ook daar moet geld verdiend worden. De smalle straatjes zijn vol horeca, en in de gewelven en gangen achter de toegangspoorten worden in stalletjes sierraden, kunst en snuisterijen verkocht. Al met al is het beter gedaan dan in Trogir.